Apparaten of actie; zijn scheidsrechters echt zo slecht?

Als u dit leest is de Champions Leaguefinale gespeeld en heeft, voorspel ik terwijl ik dit ervoor opschrijf, de scheidsrechter invloed gehad op de uitslag van de wedstrijd. Meer meetapparatuur wordt gezien als de oplossing voor oneerlijke uitslagen.

Tja.
Met het zeer lage aantal doelpunten, de buitensporig hoge financiële belangen en de media en het publiek in de nek is inderdaad de verantwoordelijkheid van de scheidsrechter bij de belangrijke voetbalwedstrijden buitenproportioneel groot. Eén foute beslissing van de scheids bepaalt te vaak de uitslag van de wedstrijd. Zo miste Ierland door een fout van de scheidsrechter het WK in 2011 en vrijwel iedere zondagavond is een wedstrijdresultaatbeïnvloedende fout van een scheidsrechter onderwerp van discussie.

De scheidsrechters in het huidige voetbal hebben het zwaar te verduren. Niet alleen vanaf de tribune, maar met name ook vanuit de media zijn scheidsrechters de zondebokken in de malaise van onterechte uitslagen. Het niveau van het scheidsrechtersgilde is, als je de media moet geloven, ver onder de maat. Maar zijn die scheidsrechters van tegenwoordig nou eigenlijk wel zo slecht, of is er iets anders aan de hand?

Het tempo van topvoetbalwedstrijden is tegenwoordig zo hoog dat zelfs meerdere scheidsrechters per wedstrijd te vaak te weinig (kunnen) zien. Lag het aantal balcontacten per speler per wedstrijd in de jaren zeventig op minder dan tachtig, tegenwoordig ligt dat ruim boven de honderd. Het scheidsrechterlijk oog is niet langer in staat het hoge tempo te volgen en te beoordelen. Door het lage aantal doelpunten in topwedstrijden, op de grote toernooien eindigt zo’n derde deel van de wedstrijden met ten hoogste één goal, kan een foute beslissing van de scheidsrechter de uitslag bepalen. Taakverlichting lijkt dan ook de oplossing.

Maar hoe?
Het toepassen van elektronische hulpmiddelen ondervindt onbegrijpelijkerwijs nog steeds veel weerstand, maar is slechts een kwestie van tijd. Dergelijke hulpmiddelen, die FIFA-gecertificeerd moeten zijn, hebben evenwel het nadeel dat ze gepaard gaan met grote financiële investeringen. Bovendien zijn ze op lagere niveaus lastig toe te passen.

Zijn er daarnaast dan ook geen simpeler maatregelen te bedenken, die meer doelpunten opleveren? En die voetbalbreed eenvoudig te implementeren zijn?

Je denkt dan al gauw aan het volledig afschaffen van de buitenspelregel, maar zo’n drastische maatregel heeft ook z’n tegendribbelaars, waaronder Johan Cruijff. Om Cruijff enigszins ter wille zijn en ook als advies aan de commissie Beckenbauer, die zich op dit moment verdiept in de buitenspelregel, pleit ik voor handhaving van de buitenspelregel, echter met een kleine edoch verrijkende versoepeling.

Iedereen die het topvoetbal een beetje volgt, kent het gevoel van opluchting of ontzetting als de scheidsrechter een doelpunt afkeurt voor vermeend buitenspel. Zeker als dat gebeurt in het strafschopgebied. Juist hier is het zo moeilijk om buitenspel nauwkeurig vast te stellen. En juist hier knelt dat het meest. Zodra de bal in het strafschopgebied is worden de ruimtes kleiner en stijgt de spanning. Buitenspel constateren in een strafschopgebied met een hoge concentratie aan spelers is eigenlijk ondoenlijk. Sterker nog, waarom zou je? In zo’n situatie is het oorspronkelijke doel van de buitenspelregel allang niet meer aan de orde. Vandaar mijn voorstel voor de volgende versoepeling.

De buitenspelregel wordt niet toegepast op spelers van de ene partij, zodra tenminste twee spelers (inclusief de keeper) van de andere partij zich in het eigen strafschopgebied bevinden.

In de praktijk betekent deze regel dat de scheidsrechter niet meer hoeft te letten op het buitenspel staan van aanvallende spelers, zodra tenminste één verdediger van de tegenpartij zich bevindt in het eigen strafschopgebied, omdat de keeper daar eigenlijk altijd wel is. Natuurlijk blijven er grenssituaties bestaan. Stond die verdediger echt wel binnen de ’16‘? Grenssituaties doen zich voor bij elke regel, maar deze valt volledig in het niet bij de schimmige huidige binnen–het-strafschopgebied buitenspelsituaties.

Tot slot nog iets. We vinden het compleet normaal dat een veldspeler de bal niet mag ‘afklemmen’. Keepers mogen dat wel. Hoewel de ‘terugspeelbal’, tenzij gekopt, niet door de keeper vastgepakt mag worden. Raar eigenlijk. Waarom niet ook de keepers verbieden de bal te klemmen en te vangen, zolang de bal in het speelveld is? Natuurlijk blijft wegstompen mogelijk, en die ene spectaculaire klemvaste safe per jaar naar de rechterbovenhoek zullen we zeker missen. Daar staat tegenover dat het aantal doelpunten zo’n dertig procent zal stijgen, als we kijken naar het huidige effect van rebounds en corners. De schamele 0-0 wordt een uitzondering en bij 3-3 is zesmaal gejuicht.

En zo slaan we twee vliegen in een klap: de scheidsrechter maakt minder fouten en het publiek krijgt meer doelpunten. Wel jammer dat Jack van Gelder en Jan Mulder dan minder te kwebbelen hebben op zondagavond bij Studio Voetbal.

Kortom, wel apparatuur, maar meer nog meer spelspektakel

 

Gerard Sierksma

Hoogleraar aan de faculteit Economie en Bedrijfskunde van de Rijksuniversiteit Groningen
Wetenschappelijk adviseur van ORTEC-TSS
Docent aan het Sport Management Instituut

#Football Science Groningen