De schakel tussen wetenschap en de (top)sportpraktijk

Combining sport and science

“Combining sport and science” is het motto van het SSIG. Het is ook een korte en passende beschrijving van het werk dat mijn collega’s en ik dagelijks voor Topsport Topics uitvoeren. Om alle geïnteresseerde coaches en sporters van dienst te zijn, spitten de vier medewerkers van Topsport Topics (waaronder ondergetekende) maandelijks 150 wetenschappelijke tijdschriften door op zoek naar goede, vernieuwende en nuttige artikelen. Informatie over uiteenliggende onderwerpen zoals bietensap, compressiekleding, een goede nachtrust en teamleiders ligt er voor het oprapen voor zowel professionele, fanatieke, recreatieve als bankzittende sportievelingen. Maandelijks produceren wij een vijftiental stukken op de website van Topsport Topics, waaronder samenvattingen, factsheets en antwoorden op vragen die topcoaches ons hebben gesteld. Deze laatste zijn alleen zichtbaar voor een selecte groep topcoaches, die elkaars vragen en antwoorden kunnen lezen en hier hun voordeel mee doen. Zo proberen wij de wetenschap dichter bij de (top-)sport te brengen.

Een kloof

Regelmatig lees of hoor ik over een spreekwoordelijke kloof die zou bestaan tussen de wetenschap en de (sport)praktijk. Natuurlijk zijn er verschillen tussen wetenschappers en coaches te benoemen. Een coach wil graag weten of een bepaalde trainingsvorm of een voedingssupplement de prestatie van één van zijn sporters kan verbeteren. Een wetenschapper zal in eerste instantie zeggen dat hij het antwoord op deze vraag schuldig moet blijven. Waar de wetenschap  vaak geen antwoord kan geven op vragen over specifieke individuen (in ieder geval niet in eerste instantie), is de coach geïnteresseerd in het effect op één unieke sporter, en niet in waarschijnlijkheden. Waar een wetenschapper zich altijd bewust is van het feit dat effecten meestal gemiddelden zijn en dat een gecontroleerde situatie nodig is om “bewijs” te kunnen leveren, werkt men in de praktijk met complexe situaties en unieke mensen, waarbij een groot aantal factoren invloed heeft op de uiteindelijke uitkomst. Desondanks is steeds vaker te zien dat de wetenschap begrip heeft voor de wensen van de praktijk. In de praktijk is men zich steeds vaker bewust van het feit dat de vraag “werkt het of werkt het niet” een wat genuanceerder antwoord behoeft. De kloof tussen wetenschap en sportpraktijk is daarom mijns inziens niet meer dan een brede sloot, die met voldoende goede wil en een positieve instelling van beide kanten best te overbruggen is. Ik heb persoonlijk nog geen (bewegings)wetenschapper gesproken die niet bereid was mee te denken over de bruikbaarheid van zijn of haar onderzoek in de praktijk. En de coaches die ik spreek zijn zich terdege bewust van de waarde van zorgvuldig uitgevoerd onderzoek om complexe vragen over de praktijk te beantwoorden.

Bruggen slaan of slootje springen

Wetenschappers, coaches, Topsport Topics, embedded scientists, praktijkgericht onderzoek en goede coachopleidingen en verder iedereen die daar geïnteresseerd in is kunnen er samen voor zorgen dat de (top)sport zo goed mogelijk haar voordeel kan doen met de nieuwste en beste wetenschappelijke inzichten van dit moment. De brug tussen wetenschap en sportpraktijk staat er al bijna; wij Nederlanders zijn goed in bruggenbouwen. En tot die tijd wil ik aan iedereen die dat nodig heeft met plezier uitleggen hoe uw fierljep-prestatie te verbeteren valt. Ik zou om te beginnen adviseren om de andere kant van de sloot goed in het vizier te houden, en een gezonde dosis motivatie te benutten om uw doel te behalen.

 

Dr. Lieke Schiphof-Godart
Medewerker kennisdeling Topsport Topics