
Een paar weken terug stelde een journalist van de Volkskrant mij de volgende vraag: ‘Ga je harder rennen als je wordt ingehaald ?’. Graag had ik een simpel eenduidig antwoord op deze vraag gegeven, maar als het over sportprestaties gaat, zijn de antwoorden vaak niet zo simpel. De heersende gedachte is daarom dat we zo nauwkeurig mogelijk moeten bepalen wat, oftewel welke factoren, er allemaal ten grondslag liggen aan sportprestaties. Vanuit dit perspectief bekeken, had ik kunnen antwoorden dat negatieve prestatiefeedback, het ingehaald worden, in de regel leidt tot slechtere prestaties, dus langzamer lopen. Vervolgens had ik er nog een interessante twist aan kunnen geven door persoonlijkheidsfactoren erbij te betrekken en uit te leggen dat mensen met een pessimistische verklaringsstijl na het ingehaald worden nog slechter presteren dan mensen met een optimistische verklaringsstijl.
Maar werkt het wel zo in de sport? Kan ik als wetenschapper de reactie van een sporter verklaren als ik weet wat de samenhang is tussen bepaalde situationele en persoonlijke variabelen en prestaties? Ik zou dan voorbij gaan aan het proces van de wedstrijd, terwijl juist binnen de wedstrijd prestaties en daarmee reacties op veranderende situaties gevormd worden. Op zichzelf zegt de situatie ‘ingehaald worden’ niet zoveel, zeker niet als de context en het verloop van de race niet in beschouwing worden genomen. Recent onderzoek laat bijvoorbeeld zien dat sporters vaak eerst proberen om aan te haken, maar als de achterstand verder oploopt, nemen de inspanningen af en ‘laten zij het lopen’. Daarnaast hebben we kort geleden ook gevonden dat de uitkomsten van eerdere wedstrijden doorwerken in volgende wedstrijden. Bij sporters die een aantal wedstrijden op rij hadden verloren, namen de inspanningen en het vertrouwen sneller af als zij werden ingehaald door de tegenstander, vergeleken met sporters die de voorgaande wedstrijden hadden gewonnen. Met andere woorden, de inspanningen van sporters, hun psychologische toestanden en ook de situatie veranderen voortdurend en de reactie van een sporter is als het ware ingebed in het verloop van de wedstrijd en van eerdere prestaties.
‘Ga je harder rennen als je wordt ingehaald’? Het lijkt niet aannemelijk dat deze vraag teruggevoerd kan worden naar specifieke (relatief statische) factoren van de situatie en persoonlijkheid. Het antwoord op de vraag ligt in het proces en kan niet los gezien worden van het proces. Helaas geen eenduidig antwoord, maar wel een antwoord dat aansluit bij de realiteit van de sport, waar de praktijk zich van bewust moet zijn en waar een uitdaging ligt voor de wetenschap.
Klik hier om meer te lezen over prestatieprocessen.
Assistant Professor Talent Development & Creativity